top of page
Foto van schrijverJens Osaer

Aflevering 32: De Vliegende Hollander



Volgens de eeuwenoude legende brengt het spookschip De Vliegende Hollander tegenslag aan allen die het ongeluk hebben om het te zien opdoemen. Met bloedrode zeilen vaart het schip tegen de wind in boven het wateroppervlak, de levenloze bemanning ervan gedoemd om tot in de eeuwigheid op het dek te werken.


Eeuwenlang zouden er getuigenissen komen van mensen die beweerden da ze het schip hebben gezien. Zo zouden mensen in Kaapstad in 1939 het schip vanaf de kust met volle zeilen tegen de wind zien varen hebben, voor het plots in het niets verdween.

In 1941 zou een Duitse onderzeeër onder leiding van Nazi admiraal Karl Dönitz het schip op hen zien afkomen rond het gebied van de Suez.


De bekendste getuigenis is echter die van prins George, die later koning van het Verenigd Koninkrijk zou worden.

Hij zou, samen met zo'n 13 andere getuigen, het schip gezien hebben op een ochtend in 1881. Rond 4 u zou het schip verschenen zijn vanuit een felrood licht, maar wanneer hun schip in de buurt kwam zou het plots verdwenen zijn, werd de zee terug kalm en de lucht terug helder.

Later die ochtend zou het bemanningslid die het schip als eerste zag helaas sterven door van het kraaiennest te vallen en op het dek te belanden.


Voor de oorsprong van de legende zijn er verschillende verhalen.

Als eerste is er dat van Bernard Fokke, een kapitein van de Verenigde Oost-Indische Companie, een handelsgenootschap tussen onder meer de Nederlanden en Oost-Indië.

Fokke zou de reis maken naar Batavia, nu Jakarta en het toenmalig hoofdkwartier van de VOC, wat gemiddeld zo'n 6 maanden of langer zou duren. Volgens teruggevonden brieven slaagde hij er echter in om die reis en net iets meer dan 3 maanden te maken, waardoor er gezegd werd dat hij een pact met de duivel had gesloten. Fokke zou 7 jaar de wind in de zeilen hebben, om daarna gedoemd te zijn om voor eeuwig rond te blijven varen.


Dan is er ook het bekendste verhaal, namelijk dat van Willem Van der Decken. Het lijkt er op dat Van der Decken hoogstwaarschijnlijk nooit echt heeft bestaan, maar toch wordt hij als de basis gebruikt voor onder meer het verhaal in de Efteling, en ook in Terneuzen, de zogeheten bakermat van de legende (waarover straks meer).



Portret van Van der Decken in de Efteling


Van der Decken zou ook een VOC-kapitein geweest zijn, en net zoals Bernard Fokke willen proberen om de route naar Batavia zo snel mogelijk af te leggen. Hij zou er zelfs voor willen vertrekken op Paasdag, onder hevig protest van zowel zijn bemanningsleden als zijn vrouw.

Op zee zou er nogmaal protest uitbreken, wanneer de kapitein koste wat het kost voorbij Kaap de Goede Hoop zou proberen varen, terwijl zijn bemanning een stuk zou terugkeren naar de veiligere Tafelbaai. Daarop zou de kapitein de stuurman overboord gooien en schreeuwen: "God of de duivel, de Kaap vaar ik om, al moet ik varen tot het laatste oordeel!"

Daarop zou het schip in handen van de duivel gekomen zijn, waardoor Van der Decken en zijn bemanning tot het einde der tijden zouden rondvaren.


Andere verhalen beweren dat de zeelui een besmettelijke ziekte hadden, waardoor het schip er nergens in slaagde om aan wal te raken, of dat het schip gedoemd was nadat de bemanning geweigerd had om een hulp te bieden aan een ander zinkend schip.


Waar de naam De Vliegende Hollander vandaan komt is ook niet helemaal duidelijk.

Er wordt gezegd dat het schip van Van der Decken De Hollander zou geheten hebben, maar er is ook het verhaal dat een ander schip op onderzoek werd uitgestuurd nadat het schip van Van der Decken spoorloos verdwenen bleef. Wanneer dat schip aan Kaap de Goede Hoop zou genaderd zijn, zou de bemanning een schip zien opdoemen dat hun richting uitkwam, met aan het voorsteven een man met wapperend wit haar en een dek van levenloze matrozen. Het spookschip zou dwars door het schip van de onderzoekende kapitein varen, zonder ook maar enige schade aan te brengen. De kapitein zou de vlag op het spookschip gezien hebben en gegild hebben: "Het is een Hollander! Een vliegende Hollander!"


Uiteraard is het niet moeilijk om je voor te stellen dat sommige zeelui steevast overtuigd waren van wat ze hadden gezien. Er heerst al eeuwenlang een groot bijgeloof en in combinatie met lange periodes weg te zijn van huis kan dit leiden tot het zien van dingen die er niet zijn, of het gewoonweg verkeerd interpreteren van dingen.

Wetenschappelijk onderzoek zou namelijk wel de oplossing kunnen hebben waardoor er toch iets van waarheid zit in de getuigenissen: de Fata Morgana, een luchtspiegeling die gecreëerd wordt door luchtverplaatsing en er voor zorgt dat het lijkt alsof dingen zweven boven het oppervlak (zoals op de foto hieronder) of dichterbij lijken dan ze werkelijk zijn. Zo lijkt het dus hoogstwaarschijnlijk dat dit hetgene was wat vele zeelui dachten te zien.



Ondanks dat de legende van De Vliegende Hollander hoogstwaarschijnlijk niet meer dan een verhaal is, blijft het toch tot de verbeelding spreken en is het ook nog tot de dag van vandaag dé toeristische trekpleister van Terneuzen.

De Britse schrijver Frederick Marryat, die in Terneuzen woonde, zou geschreven hebben over de stad die aan de basis stond voor het verhaal. De stad zelf gaat helemaal mee in het verhaal en beweert dat het geboorte- en woonhuis van Willem Van der Decken er nog staat, en het er dan ook nog eens spookt.

Zoals Jeanne Panne in Nieuwpoort zou Van der Decken een centraal figuur zijn tijdens de lokale feesten, is er een Vliegende Hollander bier, en staat er ook een stadbeeld van het schip, gemaakt door Piet Griep:



Zoals elke goede legende blijft De Vliegende Hollander tot de verbeelding spreken en zal dat hoogstwaarschijnlijk nog honderden jaren blijven doen. Wij hebben er in elk geval zin door gekregen om nog eens een bezoekje te brengen aan de Efteling!


Nuttige links:

72 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page